maandag, november 10, 2008

Martinus bij Amiens





De weersverwachtingen voor morgen zijn niet bepaald ideaal voor een kind om met een zelfgemaakte lampion met bijpassend lampje door de straten te trekken.
Toch zullen veel ouders hun kinderen morgen warm inpakken en de deuren langsgaan om liedjes te zingen in de hoop op een zoete beloning. Voor mij persoonlijk een reden om een paar uur elders door te brengen als de rondgang begint.

En dat allemaal vanwege een jongeman die zo rond het jaar 400 bij de stadspoorten van Amiens besluit om zijn mantel te delen met een bedelaar die zelfs geen kleding heeft om zich warm te houden. Een man die niet lang daarna een visioen heeft die hem doet besluiten om zich te laten dopen. Wat volgt is een heiligverklaring in de volgende eeuw met een feest in de Middeleeuwen dat voornamelijk gericht is op armen en kinderen. De armen die de huizen langs mogen om daar om een aalmoes te vragen.


Zie je het nu al voor je in de grote steden?; De armen die op de avond van 11 november langs de huizen gaan om, zonder dat ze er voor moeten zingen, een aalmoes zouden krijgen van de bewoners. Ik moet zeggen dat deze christelijke traditie in ons land, zich op een wel heel bijzondere manier heeft ontwikkeld. Los van het feit dat veel arme mensen zich absoluut niet zouden vernederen door de deuren langs te gaan, betwijfel ik of er veel mensen de deur überhaupt open zouden doen als er een groepje vreemden aan zou bellen. Het zou voor mij wel een overweging zijn om thuis te blijven, al geef ik toe dat ook ik niet zomaar iedereen binnen zou laten, terwijl ik een zak met appels zou pakken. We leven in bijzondere tijden.

Iedere week gebeurt het me wel dat ik me afvraag of mijn zomerplannen zin hebben. Als ik op het journaal de berichten zie van een ingestorte school in Haïti, of hoor over weer een orkaan die over de Cariben jaagt en slachtoffers maakt, kruipen die gedachten mijn hoofd binnen terwijl ik mijn tanden poets.


Maar toch kies ik ervoor om ter nagedachtenis van Martinus positief te blijven denken. Met zijn mantel heeft hij niet kunnen veranderen dat de man arm was. Hij heeft er niet voor kunnen zorgen dat de man geen honger meer had. Wat hij wel deed is precies waar Nam Jai voor staat;

Oprechte vriendelijkheid en hulpvaardigheid voor anderen, zonder dat er iets tegenover hoeft te staan.

Deze week gaat een vriendin van mij op vakantie naar Thailand. Ik heb haar gevraagd om op zoek te gaan naar de batikshop die als het goed is nog bestaat in Khao Lak. Mede door de bijdrage van Nam Jai is dit bedrijfje opgestart en bijna vier jaar later werken daar mensen voor een betere toekomst. En dat zonder dat iemand er zijn jas voor heeft hoeven delen.



Geen opmerkingen: